Boek

Ik ben bang dat ik bang ben : grappige griezelgedichtjes

Ik ben bang dat ik bang ben : grappige griezelgedichtjes
×
Ik ben bang dat ik bang ben : grappige griezelgedichtjes Ik ben bang dat ik bang ben : grappige griezelgedichtjes
Boek

Ik ben bang dat ik bang ben : grappige griezelgedichtjes

Nederlands
© 2024
Vanaf 3-5 jaar
Vrolijke gedichten over griezelige zaken, zoals vampiers die naar de tandarts gaan, een weerwolf die in de regen staat en heksen die op stofzuigers vliegen. Prentvertelling op rijm met gekleurde illustraties. Vanaf ca. 4 jaar.
Onderwerp Griezels
Titel Ik ben bang dat ik bang ben : grappige griezelgedichtjes
Auteur Emma Zwart
Illustrator Chris Vosters
Taal Nederlands
Uitgever Hasselt: Clavis, © 2024
[24] p. : ill.
ISBN 9789044854176

NBD Biblion

Bookarang (AI samenvatting)
Een speels prentenboek met vrolijke gedichten over griezelige zaken. De gedichten gaan over bang zijn, of juist dapper, en over verschillende griezelige wezens, zoals reuzen, vampiers, elfjes, weerwolven, zombies, spoken, heksen en mummies. Ondeugend, met humor en met eindrijm geschreven. Met vrolijke bladvullende illustraties met potloodtexturen en hoofdzakelijk secundaire kleuren (oranje, paars en groen). Voorlezen vanaf ca. 4 jaar.

Pluizer

Ik ben bang dat ik bang ben
Hilde Baeke en Greet Smet - 31 december 2024

Welke schoenmaat heeft een reus? Tot hoeveel kunnen elfjes tellen? Wil een weerwolf in de regen staan? Moet een spook zijn lakens wassen?



De pastelkleurige kaft (helemaal niet griezelig) spreekt aan met een groene heks en een grijze weerwolf. Het meisje op bed zit in dit boek te lezen. De pastelkleuren vinden we terug op de schutbladen. De illustraties zijn groot, op 1 of 2 pagina's. Uitzonderlijk vinden we kleine tekeningen tussen de tekst. De illustraties zijn mooi en grappig. Er wordt gespeeld met de manier waarop de tekst gedrukt is: per twee, drie of vier zinnen, tekst schuin aflopend, strofes in cursieve druk.



De onderwerpen van de versjes zijn alledaags: erwtensoep eten bij oma, grote zus als monster, bezoek aan de tandarts, logeren, school ... Ze hebben een verrassend, grappig slot. Emma bedenkt zelf een monstertaal. In de versjes worden zelden hoofdletters gebruikt. De teksten zijn op rijm gezet, alliteraties komen ook aan bod. De taal is meestal eenvoudig, op een paar moeilijke woorden na: cycloop, heroïek.  



Op de achterflap vinden we volgende tekst: 'Een lekker vies prentenboek vol griezelige gedichten en vreselijke versjes. Voor bange en dappere kinderen vanaf 4 jaar.' Dat vat de inhoud mooi samen.