In Boston worden detective Jane Rizolli en patholoog-anatome Maura Isles geconfronteerd met een dode jonge filmmaakster, met uitgestoken ogen. Er worden meer lijken gevonden en de mutilaties leiden naar hun naamdagen en heiligen. Ze stuiten op een twintig jaar oude zedenzaak in een kinderopvang. De beheerders, veroordeeld, zijn dood, maar de zoon is onlangs vrijgekomen. Er zijn veel vragen. Wat is er gebeurd met een verdwenen meisje, wie vertelde toen de waarheid? Het team krijgt te maken met Holly, indertijd de aangeefster. Welke rol spelen zij en haar nieuwe vriendje en wat staat er op de laatste film? De auteur (1953), zelf arts, schrijft een geweldig, onafhankelijk te lezen twaalfde deel in een serie rond Rizolli en Isles. Het verhaal is spannend, gruwelijk, heeft een prima plot en er zijn passages met een onbetrouwbare verteller met een geheim. Wat gebeurde er twintig jaar geleden en zijn onschuldigen veroordeeld? Neemt iemand wraak? Maura heeft haar eigen problemen: haar moeder is een terminale seriemoordenares die inside informatie op Maura loslaat om haar te manipuleren. Een topper! Van de verhalen van dit duo is een tv-serie gemaakt.